Arkel, van | 1384-07-08

Kemp p 122/Van Mieris III p 414-417/Balen: Dordrecht p 7/Batavia Illustrata bl 1406
Achternamenindex

uitspraak van hertog Albrecht in het geschil tussen de heren van Arkel, Brederode, Gennep, de vrouwe van Herlaer, de heer van Ameyde, Willem van Brederode, Johan van Arkel, Gysbrecht van Langerak, Herberen van Liesveld en Willem van Slingeland met de heer van der Lecke van Breda en anderen, die met deze waterschapsheren beschadigd mochten wezen, betreffende het waterschap door het land van de heer van der Lecke. De hertog bevestigt de uitspraak door de heer van Asperen en Godschalk van Brakel, rentmeester van Zuidholland, gedaan

heer Paulus van Haestrecht, baljuw van Zuidholland, Daniel van der Merwede, Johan van Buren Jansz, Willem Everdeijsz, Aarnd Tonisz/Coenenz, Otto Molenaersz, Ocker Willemsz, Gheen Gooswijnsz