Lawick, van der | 1584-06-25
R.A. Arnhem Recht Arch Heerlijkheid Ammerzoden Inv 243 fol 2, 4
Achternamenindex
verklaring over koren staande achter het huis van jonker Aernt van der Lauwijck: Cornelis Jansz zegt dat hij met de weduwe van Hnerick van Doern, nu vrouw van Aerndt van der Lauwijck, met een wagen op een stuk land reed, genaamd "dat Wordragenshe huijes" om de tiende op te halen, toen Lauwerents van Dinther tegen de weduwe zei, dat ze de tiende moest laten staan en met een vuist tegen haar borst sloeg zodat ze bijna omviel; Frederick Jansz klaagt over jonker Aerndt van der Lauwijck en Frederick Cornelisz [van Harler] omdat zij "certificeren voor die gerechte waerheyt wat scheldtwoorden dat Lambert Jansz op Frederick Jansz gesproocken mach hebben als Frederick Jansz was in des dorps dienst doen Verlauwyck ende Frederick Cornelisz tot Lambert Jansz satten ende droncken". Met verklaring van beide getuigen, dat hij gezegd had"laet den lantverrrader lopen ick en wil hem in mijn huijs niet hebben"