moutmaker | 1594-03-07
R.A.H. O.R.A. 1063 fol 95
Achternamenindex
Engbert Melisz Prins, schout, Meus Jansz en Jan Petersz Keuijer, schepenen in de ban van Overveen, oorkonden dat Thoonis Jansz de zoon van Jan Gerritsz van Velsen, buerman in de voors. banne, erkende verkocht te hebben en mitsdien schuldig te zijn aan Cornelis Maertsz moutmaker, poorter te Haerlem, een jaarlijkse losrente van 25 Kar gld per jaar, losbaar met 400 Kar gld, onderpand: - 3 morgen land met huijsing en geboomte, belend oost: het Middelwechgen, zuid: Pieter Willemsz tot Overveen, noord: Engbert Dircsz Deijman tot Haarlem, west: de wildernis; - de Sleperscroft, groot 6 morgen 4 hont gekomen van Theunis Aluwijn [ook: 1606-05-29], noord en west: Theunis Jansz zelf, oost: het middelpaetgen, zuid: Anne Keuijers woninge; - 3 morgen hem comparant competerende in een perceel lands groot 5 morgen, genaamd Besgescroft, belend zuid, noord, oost: de comparant zelf, west: de wildernis; - de lange croft, groot 2½ morgen, belend noord: Pieter Willemsz, zuid: Theunis Jansz zelf, oost: het middelpaetgen, west: Aernt van der Hooch; - de helft van een woninge, groot in het geheel 5 morgen, waarvan Cornelis Jansz Argemantgen de wederhelft toekomt, belend zuid: Dirck van Nuyssenburch, oost: de Houtvaert, noord: Pieter Willemsz, west: Pieter Willemsz, alle landen samen 17 morgen 4 hont, gelegen in de Riethorn in de ban van Overveen (vgl 1589-11-09)
Transportregister Bloemendaal; Haarlem: de Delft. 1596-05-01: Cornelis Maertsz moutmaker, idem 1597-12-10, 1604-06-28