Rynesse van Reynouwen, van | 1472-07-17
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 94v, 95, 484, 485
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Jan van Ryness heer Jansz van Rijnesse en van Reynouwen, ridder, met zijn vrouw jvr Mergriete Gerytsdochter van Culenborch aan Henric van Rijn overgedragen heeft in het gerecht van den Goeij en van Wulven: 1) ½ van 4 morgen land gelegen op de Grafte tot Wulven, waar de rosmolen stond, belend: Jan van Ryness, 2) ½ van 4 morgen aldaar, belend boven: Jan, beneden: erfgenamen van Folpert van Raephorst, 3) ½ van 10 morgen aldaar, boven: de H. Geest te Utrecht, beneden: het outaer dat Gerrit van Gruenenwoude toebehoort, 4) ½ van 4 morgen langs die stege tot Wulven, belend andere zijde: Jan van Rynes van Wulven met land dat hij houdt van de grafelijkheid van Holland, 5) ½ van 7 morgen gelegen op die Overmaet, boven: Tyman Deell [= Dedel], beneden: Jan Rynes van Wulven, met grafelijk leen, 6) ½ van 3 morgen gelegen an die hofstede het Oude Wulven, belend boven: Beernt Doemsz, beneden: Jan van Rynes van Wulven, met bisschoppelijk leen, 7) ½ van 9 morgen in het gerecht van Wulven, belend boven: de nonnen van St Servaes te Utrecht, beneden: de Goijer Wetering, 8) ½ van het land geheten "de hoge hofstede", boven: Wyer die Wit, beneden: de heren van St Marie te Utrecht; vervolgens wordt Johan van Rynes heer Johansz van Rynesse en van Reynouwen hiermee beleend, te komen op zijn kinderen; in de volgende akte maakt Jan dit leengoed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Mergriet
mannen: Geryt van Rijn, Pouwels van Malsen