Wilde, de~ | 1373-01-02

Inv Arch Abdij Egmond no 1 fol 79, no 2 fol 5v
Achternamenindex

Jan, abt van Egmond, oorkondt dat Gheryt Willem Aerntsz.z. met zijn consent verkocht heeft al het goed dat hij van hem in leen hield, gelegen binnen de parochie van Egmond, behalve een stuk land geheten Stevenscamp, dat hij nog in leen houdt, hiervoor heeft hij opgedragen: 1) 7 morgen in Maesland gemeen met Jan van Hodenpijl en jvr Margriete Claes Florisdochter, van de dijk tot aan de Middelwech; 2) 3½ morgen in Maesland, belend west: Willem van den Veen en Arnt van Delft, oost: Cralingerweteringe, strekkende van de wegtot aan de scede; 3) 4 morgen gemeen met Ghisbrecht Philipsz, tot aan de Borgerdycsenwec, belend west: Kerstant van Alkemade en Gysbrecht Philipsz, oost: Ghisbrecht voorn.; 4) 3½ morgen gemeen met Bartelmeus Claesz en Heynric Dircx, strekkende van de Lierwegh tot aan de Bordgesenwech; 5) 4 morgen in het ambacht van Rijswijk, belend zuid: de Canoniken van den Haghe, noord: het klooster van Rijnsburg, strekkende van de Delfweghe tot aan de Zytwinde; 6) in de Vryen Ban, 7 morgen gemeen met Ghise Bedronghen en met zijn broer Mathys, van de kerf tot aan de Dobben, belend zuid: de kinderen van Henric van Borssel, noord: Ghise Bedronghen en zijn broer Mathys; vervolgens wordt Gheryt Willem Arntsz door de abt ermee beleend, niet te versterven zolang er nog iemand van de maagschap leeft