1489-06-05 |

Ms Op Straten v.d. Molen dl III fol 778/Bekesteijn
Haarlem Algemeen

leenmannen van Holland oorkonden dat Willem Woutersdochter van Bekesteijn met haar vader Wouter als voogd, en bekent dat zij, vóórdat zij professie doet in het St Clarenklooster binnen Haerlem, opgedragen ende quytgeschouden heeft etc haren broeder Dirck van Bekesteijn, eerst etc; overleeft zij haar broer so sal haer broeder Pieter van Bekesteyn dan haer aendeel van de twee parcelen lyfrenten voirs. jaerlicx etc ontfangen. Overleeft zij ook Pieter, soo sal haer broeder Sybrant van Berckenroede [!] haer aendeel van de parcelen van lyfrenten ontfangen. Overleeft zij ook Sybrant, dan zullen de H. Geestmeesters binnen Haerlem haer aendeel van de percelen van lijfrenten ontfangen ende dit altsamen also lang als sij leven sal ende niet langer. Des sullen die voors. Dirck van Bekesteyn, Pieter van Bekesteijn ende Zybrant van Bekesteijn etc gehouden wesen datselve haer aendeel van de voors. lijfrenten te geven om Godts wille alle jaer

Willem van Schagen (zegel: ses burlen in de hoeck vier leeuwen)en Evert Jansz Lap (twee balcken waerop vyff ruijten), leenmannen