1484-03-13 (1483) |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 184/Arch Zijlklooster Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat broeder Claes Dircsz, pater en rector van het Zylklooster, met zijn voogd Wouter van Bekenstein, dingplichtig geworden is op mr Aerndt van Ommeren doctoir ende opten erfnamen van wijlen jonckvrou Joest Huyge Alboutsdochter, omme de somme van 245 R gld uyt zaike van coep van bruyckwair ende lijftocht, die de voorscr mr Aernt ende wijlen jvr Joest tegen hem van sconvents wegen gedaen hadden hoir beyden levenlange, van den huze mitten erve dat Symon Ariisz [ook: Andriesz] toe te behoeren plach, gelegen in de Zylstraet an de Oude Graft. Mr Aerndt erkende de koop, maar de erfgenamen beweerden dat mr Aerndt geen voogd geweest was van jvr Joest. Den erfgenamen wordt het bewijs opgelegd dat mr Aerndt zich als voogd van zijn vrouw jvr Joest te buiten gegaan is. Erfgenamen laten de gestelde termijn voorbijgaan, waarna zij veroordeeld worden om in handen van Jan van der Meer, rentmeester van het klooster, de helft van 245 R gld te betalen (vgl 1484-10-22, 1485-10-27)
met zegels van Jan v.d. Meer, Jan v. Schoten, Jacob v.d. Couster en Claes Pietersz Zael, schepenen; Dirck Spijcker, Adriaen van der Voerde, schepenen