1430-06-23 |
R.A.H. 55 fol 275v/Reg in Beyeren X fol 104v; Van Mieris IV p 980
Haarlem Algemeen
wij Willem van Brederode heere tot Steyn ende Margriet Vrouwe tot Steyn oorkonden dat zij wegens geleend geld schuldig zijn aan Gheryt Willemszoon uten Haghe en Hesselt van Rolland de som van 1000 Wilh Holl schilde, die zij geleend hebben om te lossen en te vrijen al sulcke heerlijkheden, goeden, ambochten, tienden, wildernissen, weiden, gelegen op de zuidzyde van Haerlemmerwech ende gheheten is den Zijlwech, mit allen toebehoren als Heere Lodewyck bastert tho Hollandt belient hadde van Walraeven heer tho Brederode, onsen lieven broeder saliger gedachte en onse genadige Vrouwe van Holland. Zij stellen nu deze goederen weer als onderpand in handen van Gerrit en Hesselt voorn, met het recht om in afkorting van de schuld, de inkomsten te innen totdat de schuld zal betaald zijn. Jacoba bevestigt deze brief op St Johans Bapitstenavonds Nativitas anno 1430 (vgl 1421-10-01, 1432-04-22)