1431-09-21 (II) |

Enschedé: Inv no 2145 Lade Grote Charters 2145
Haarlem Algemeen

(vervolg) 2) de arbiters spreken uit dat Jan en Lysbeth hun leven lang bruken, heffen en rustelic besigen sellen alle heerlike goeden die hoir aengecomen is mit besterfte van hoir vader Symon van Zaenden en van hoir moeder joufr. Jutte, beiden saliger ged, behoudelic alsulc toeseggen als Jan Hert als een voocht van zijn vrouw hebben mach op die heerlichede die joufr. Lysbeth voors. hadde of noch hebben mach binnen die vrihede die die stede van Haerlem hoir nu ter tyt vermet daer gheen eyghendom noch toeseggen aan dezelve hebben sullen. Na haar dood zullen deze heerlijkheden erven op haar rechte leenvolgers, 3) Jan Hert zal hebben een brief sprekende op de stad Haarlem inhoudende 21 nobelen sjaars. En daartoe nog een stuk land gelegen buten Spernwouder poirte dat Jan Rolle die sceepmaker nu laetste bruicte. Floris van Adrichem ende Claes van Adrichem beide voirs. zullen bliven an alle alsulcke goede als sijnt den boedel voirs hebben ende hem te medegave gegeven is, 4) ende des sel Claes v. Adrichem voirs. vrij en quijt wesen van alre sculden als men in den boedel voirs. sculdich is, maar Florys van Adrichem zal betalen zijn aan (d ?)eel "een veertienden deel" van alre sculden die men in de boedel schuldig is, 5) voirt so sullen Symon van Adrikem, jonge Symon van Adrikem, Willem van Adrikem, Jacob die Roede als een voocht van zijn vrouw en Beatrys Florsdochter van Adrichem hebben ende eygentlic behouden voir hoirs vaders erve alle andere eygelick goeden die voir ons niet gescreven en staen, tzij husinge, erve lant renten hoe ook genoemt, gelegen binnen Haerlem of daarbuiten (vidimus van 1437-04-24)