1443-06-19 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 46/17/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat wij gebeden ende geladen quamen tot Griete Arntsdochter daer zij lach op haer ziecbedde wetende hoirre sinnen ende machtich hoirre sprake, daar zij, met haar man en momber Michiel Jansz, en Michiel voor zich zelf, gezamenderhand opdragen ten vrijen eigen om Godswil en voor de zaligheid van hun zielen aan de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis aldair een huis en erf gelegen opt Cleyne Heylige Lant tusschen Nanninc Mathijsz an die ene zijde, dat blijndesteeg aen die ander zijde, afterwarts streckende an Mychiel Allartsz, belast met 16 sch Holl (vgl 1439-12-13)
Boudijn Jan Boudynsz.z (met zijn zegel) en Jan uten Hage (zegel: ankerkruis), schepenen