1447-01-18 | Tetrode

J.C. Kort: Inv Arch Heren van Haarlem leen no 21 p 17 en no 12 p 12
Haarlem Algemeen

hertog Philips beleent Floris Gael met zynde een kamp van 3 morgen, noord: Jan Raet Nicolaesz, oost: de stadssingel, zuid en west: Floris Gael met 2 campen leen: a) een camp van 2 ½ morgen, oost: de singel, zuidoost: Gerard Willemsz van schagen met een boogaert, zuidwest: Jan van der Meer met een bogaard, wier beider gaart 9 hont meet, waaruit Floris Gael jaarlijks 100 groten heeft, noord: Gerard Hoen, oost en zuid: Floris Gael met een leen, west: Gelbert die Groene Nicolaesz en Jan van Schoten, b) een camp van 1 morgen, noord en oost: Floris Gael, zuid: Floris Gael met een laen die leen is, west: Gelbert die Groene voirs. en Jan van Schoten, c) een laan, ten zuiden van b), die leen is, oost: de stadssingel, west: Gelbert die Groene en Jan van Schoten, d) een camp van 2 morgen ten zuiden van de laan, oost: Gerard van der Meer Jansz en de bagynen uit de Wyk, zuid: Pieter Reynersz, west: Gelbert die Groene en Jan van Schoten, e) ½ morgen, oost: de singel, zuid: de laan van Pieter Reynersz, west: de bagynen uit de Wyk, noord: de boomgaard van Jan Lauwenz en Gerard Pietersz van Bennebroek, f) een boomgaard van 2 hont 25 roe binnen Haarlem, noord: de gasthuistuin, oost: de boomgaard van Jan Mathysz, west: de stadsvest [klopt dit wel ?], zuid: de Schuttersdoelen [?]