1447-03-28 |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186 fol 78v regest 109/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat tot gewijst is mit vonnesse der scepenen tussen Bartout van Bakenesse an die een syde, Geryt van Sparenwoude als een sijnde [sende] van joncfrouwe Geertruiden van Bakenesse, synre nichte, Bartouts zuster voers. an die ander zijde. Het gaat over een punt van een "verlaerbrief", waarin bepaald is dat indien Bartout voors. te eniger tijd schade leed aan 6 morgen land die hem in die verclaerbrief toegeseit waren, dat hij dan deze schade zal mogen verhalen an de boedel daer Dirc van Bakenesse en zijn zuster jvr Geertruid bezitters of zijn. Vast is komen te staan dat Bartout de renten van 6 morgen in het ambacht van Wassenaer tot Oesdorp zyn ofgewijst. Schepenen vonnissen nu dat jvr Geertruid aan Bartout voor zijn schade zal betalen 18 gouden Wilh. scilden en niet meer. Bartout bezweert dat zijn schade dit bedrag is, en schepenen bevelen Geertruid te betalen "binnen den dage"
Geryt van Adrikem, Jan van Huessen, Jan van Ruyven, Geryt van der Meer, Claes Symon Allaertsz en Heynrick van Zantvoert, schepenen