1451-1452 (3) |

G.A. Haarlem Inv I no 202 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 43v) bode naar den Haghe om te spreken van Thomas van Rietvelt van het bodeambacht van Haerlem; (fol 44) Gheryt Steffensz, burgemeester; (fol 44v) Florys Engbertsz, burgemeester, Pieter Claesz en Luytgen Camerouwer, schepenen, Symon van Arckom, Claes Jansz van Hillegom, Jan Huysherz, vroescap, Willem Paedze, secretarius; (fol 45) de secretaris naar Brussel, roerende van Thomas van Rietvelt en zijnen wijve, van t clercambacht van Haerlem; (fol 45v) Claes die Vriese en Hubert de bode betalen lyfpensie te Utrecht, Huge Jansz, burgemeester en Claes Pieter Ballincxz met een knecht naar Goude; (fol 46v) Huge Jansz, burgemeester, met Claes Oemz en Jan Hugenz naar Egmond; 11 Juli reisde Willem Paedze tot Noortich bij Willem Bolle die hem daar ontboden hadde, roerende die leninge v.d. 600£ groten; (fol 49v) 1 Oct: Claes van Yperen en Dirc van Ylpedam, vroetscap; (fol 50v) Florys Engbertsz, burgemeester en Symon Berwoutsz naar Leiden; ( fol 51) Florys Engbertsz, burgemeester en Pieter Zap, scepen, Symon van Adrichem, vroescap; (fol 52) Symon van Adrichem, Gheryt van Adrichem, Symon van Noortich, vroetscap, Willem Paedse, clerc, en Claes Persyn, bode, naar s Hage; (fol 53v) op 12 Mei Hubert de bode gesent an de Raad roerende van dat Jan Zael, baeliu van der Beverwijck, Willem Dircsz de vleyshouwer ende Willem Cortgebeen aldaar had doen dachvaerden, om een utstel daerof te hebben; (fol 54) op 1 Juni Claes Kermer naar Leiden, op 17 Juli Hubert met een brief naar Bartelmees van Pruyssen, de schout van Berghen; (fol 54v) item ghesent Claes Persijn met brieven an den tolnaer van Geervliet so der poirteren scepen bij toedoen van Gheryt van Werve aldaar gearresteert waren, en was uit 3 dagen, 24sc