1452-10-02 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 85/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 47/Roeperpapieren Haarlem; G.A. Haarlem Inv 915 Ms v. Alkemade v.d. Schelling I fol 73
Haarlem Algemeen
ic Willam van Zanen, scout van Pieter van Zanenshofstede ende zate buiten Hairlem, oorkondt dat Jacob Huge Roeperszoen voor zichzelf, ende Willam Egbertsz als man en momber van Lysbeth Andries Roepersdochter, zijn geechte wijf, voor zich zelf en voor hoir beijder evenknijen, ende begeerde enen dach van recht op Pieter van Zanen, als een boelhouder van Machtelt Jacob Huge Roepersdochter, die Pieter van Zanens gheechte wive was, dien God genadich sij, welken dach ic als een scout van mijns heren wegen hem beteykent hebben op den Saterdag voir St Bavendag nae datum des briefs nagescreven, dair Jacob Hugezoen ende Willam Egbertsz voirs. een boeldinge begonnen hebben na den recht van den lande, dairoff gewijst weer mit vonnisse der scepenen dat men Pieter van Zanen als een boelhouder van sinen wive Machtelde ende den Regularissen van Zyle hoir ende horen rechten voochte sculdich wair een weet te doen, also Machtelt Pieters wijf van Zanen dair een dochter in heeft die een proffesside nonne is, ende voirt alle diegene die hem recht, eygendom ende erfnisse vermeten van Machtelden doot voirs. t Welc ic als een scout van mijns heren wegen gedaen hebbe, na vonnisse der scepenen. Vervolgens verschijnt heer Bartout, rpiester en rector van het Zylklooster, met zijn voogd Pieter Claesz en verklaart tevens als voogd van Katrinen, dochter van Machteld, non in het Zylklooster, dat hij geen aanspraak maakt op de erfenis van Machteld, doch slechts verlangt datgene wat Machtelt aan het klooster besproken heeft etc [zeer uitvoerig]
Willam Andriesz, Jacob Pietersz, Jan Gherijtsz, Florys Willamsz, Heinric Dircsz, Dirc Woutersz en Pieter Dirck Willemsz, schepenen; zegel van Willem van Zanen: een kruis met randschrift Willem van Zanen