1456-1457 (1) |
G.A. Haarlem Inv I 206 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
thesauriersrekening 1456-05-02 - 1457-05-02, van Gheryt van Adrichem, Jacob Meijnaertsz, Jan Claesz uten Gasthuse, ende jonghe Jan van der Meer Gherytsz, thesauriers: (fol 1v) Harmen Drijes c.s. van de wijnexcys ½ jaar 650 £, Gillis Geryt Berwoutsz.z de Hamburgerbierexcijs ½ jaar 225£ 10sc; (fol 2) Jacop van Neck de wynexcijs, ½ jaar lang, 617£ 10sc, Gheryt Pietersz van Bennebroec 6½ mnd 260£, Symon van Schoeten huurt met Gheryt van Noertich de wynexcys voor 6½ mnd 200£, Jan Claesz Raet huert de Hamburger bierexcys ½ jaar 80£; (fol 2v) Willem Jacobsz midsomer 1 mnd hoppenbierexcys 546£, Jan van Schoten de koornexcijs 291£. Item Florys van Arikom van d'eerste maand hoppenbier excijs, die verhuert wert 1457-03-12, 625£; (fol 3) Willem Jacobsz midsomer c.s. van hoppenbierexcys gehuurd 1457-03-13, nog betaald 317£ 2sc 8d; (fol 3v) Allyn Claesz c.s. dat brouwersgelt ½ jaar 460£ 13sc 4d, Florys van Aricom dat brouwersgelt 1 jaar 471£ 10sc; (fol 4) Willem Jacobsz Midsomer van de wage etc 7£ 16sc, Lubbrant Symon Judenz die craen 23£, Cornelis Willemsz die hantschoemaker van die reep en ellenmaat 29£; (fol 4v) ontfaen van ritsoengeld van Jan Claes Symonsz c.s. van die visscherij van Sparendam 40£; (fol 5) ontfaen van Symon van Schoten van rontsoengelt van 11 gr op tie brouwer 24£, op die hoppenbierexcijs 31£ 5sc, op die wynexcys 5£; (fol 5v) van Adriaen van Ryetvelt, de houtvester c.s. van die visserij ende wateren van Sparendam ½ jaar, 601£ 13sc 4d, Jan Claes Symonsz c.s. van idem 1 jaar lang 485£, van Willem Jacobsz midsomer c.s ½ jaar pontgeld 40£, Gheryt Jan Dirc Tymansz van ½ jaar idem 50£ 8sc; (fol 6v) ontfaen van Jacob mager Heynen neve van 1 stal in die Halle, die an die stede verstorven was bij dode van Claes Symon Zuutvoetz; (fol 14) op 13 Mei deputatie naar de Raad om de oude schepenen te verantwoorden die Heyn Stael vuijt die goeden van Pieter Jansz Smyt nyet geseten hadden, ende om oick der selver stede te verantwoorden van t recht van Gherijt v.d. Burch op die beclachten van Jacob van Assendelft; Jan van Schoten, vroescip; in die Pinxter reisde Jacob Meynertsz naar Antwerpen om mijn joffr. van Cleve van haar verschenen renten betaling te doen; op 27 Mei naar den Hage "van Jacob van Assendelf van dat hem cranck recht geschiet soude wesen op Gheryt van der Burch ende op Dirck Bannezoenskinderen"