1458-02-09 (1457) |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 64v regest 164/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat wij gebeden ende geladen quamen als scepene tot Geertruijd Pieter Jansz weduwe huijse, daer zij zatt op haren stoele wetende hoir zinnen ende machtich hoire sprake, ende gelyede dat zij gemaect en besproken heeft etc in rechten testament, met Symon Pietersz als haar voogd, aan heren Jacob Bruijser, priester, horen neve, ende Maritgen Gerytsdochter hoire nichte tesamen, te hebben en te behouden na Geertruden doot voers. die bruijcweer van den huijse en erve liggende en staende in die Conincxstraet, belend an die een zyde: Jan Vredericxz den Coster, an die ander zyde: Claes van Schoten, afterwaerts streckende an Henrick Geritsz van Hillegom, met 9 schell en 8 penn Holl sjaers die daerop te huren staen. Zij zullen zolang deze bruikweer duurt jaarlijks tot vertroostinge der ziele van Geertruid voirs uitreiken aan de kerkmeesters en de cantoirmeysters samen 1 gouden Wilh. Holl scilt sjaars. Na hun beider dood zullen de kerk- en cantoirmeysters tesamen het huis bezitten. Opgenomen in een vidimus van 1459-03-06 (1458)
Ocker van der Crempe en Claes Lieve, schepenen