1458-02-20 (1457) |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 38/1 no 78/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis eener-, en Jan Mathysz voor zich zelf en als broeder en voogd van Alvraet Mathysdochter, daer hij voor loofde te waeren bij consent van Huyghe Jacobsz Cock als man en momber van Machtelt Mathijsdochter, aen die ander zijde, gelieden dat zij het navolgende overeengekomen zijn: 1) de gasthuismrs zullen hebben en behouden: a) 40 Wilh Holl scilde toebehorende Alvraet, die geteykent staen in den stede weeskinderboeck van Haerlem, b) ½ mat lants gelegen in Velzerbroeck, ende staet oeck in der voers. kinderboeck, getaxeert voor 15 Wilh scilde, c) 1 mat lants gelegen in Velzerbroeck, gecomen van Jan Mathijsz, getaxeert voor 30 Wilh scilden, d) 40 Wilh sc die t gasthuis voors. voiruit nemen sal na Jan Mathyszoons dood uit zijn reetsten goeden, 2) sterft Alveraet vóór Jan Matysz zoo zullen de gasthuismeesters "in tasten ende deylen in Jan Mathysz goeden in allen schijn als Alveraet dat gedaan zou hebben", behoudens dat de 20 W. sc weer ter deeling zullen komen. 3) de gasthuismrs zullen Alveraet in het zieken gasthuis opnemen en eten, dringken en kleeding bezorgen
Geryt van der Meer en Jan van Schoten, schepenen