1458-1459 (3) |
G.A. Haarlem Inv I 208 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 21) op 1459-04-28 reisden Jacob Gherytsz van Hillegom, thesaurier, Joost Danielsz van der stede wege, en Jan van Schoten op zyn zelfs cost in Brabant over de lyfrenten, 40£ 8sc; (fol 21) op 29 Mrt reisde Jan van Huessen tot myn vrouwe van Noordelois tot Heemskerc om van der stede wegen te eysschen zekere bossen der stede toebehorende, verteert mit wijn en carrehuer 13sc 4d; (fol 22) Jan van Rietvelt, houtvester; (fol 22v) van Jan van Aemstels gelden te betalen; (fol 23) Loeff Pellegrimsz gezent an myn jonchere van Gaesbeke mit enen besloten brieve, was ut 4 dagen 32sc; (fol 23v) op 8 Aug. Loeff Pellegrimsz naar Amsterdam, op 9 Aug. gesent Hubert tot Geervliet mit enen brief an Ysbrant uten Hage, roerende van de poirteren die te Dordrecht becommert waren, op 15 Aug. Loef met een brief naar Alcmaer; (fol 24) op 16 Sept. Huyge Cock naar Akersloot, op 1 Oct. Hubert naar de schout en buren in die Lyer mit enen brief van dat zij geen recht doen en zouden op Jan van Berkenrode noch op zijn goeden aldaar; (fol 24v) op 8 Sept Claes Persijn naar de gemene stapelsteden, op 8 Oct. Hubert naar Antwerpen naar Jan van Put de wisselaer; (fol 25) 17 Dec. Claes Persyn naar Amsterdam etc; (fol 25v) Jan Trant, myns genad. heren Bode; (fol 26) Gheryt Pekelharinck by zyn toedoen toeft Hubert te Utrecht, daer hy en zyn borgen op die tijt ontslagen worden; (fol 27) Claes Persyn en Hubert der stede messagiers, elc voor hun Kersavond 10st, 26sc 8d, Walich des scouten clerc 13sc 4d, Claes Willemsz die der stede huijs bewaert 10sc, den schouten knechten om te verdrinken tesamen 2£