1458-1459 (5) |

G.A. Haarlem Inv I 208 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 30v) Willem Mathysz, Coptgen, Martyn, de wakers op de kerktoren 54 £ 12sc; (fol 31) gegeven de weduwe van Olivier de piper 35 sc van vijf weken die hij beleeffde snachts; (fol 31v) Jan Willemsz de botemaker van de boom te bewaren daer men te Sparendamme vaert, 1 jaar, 4£ 6sc 8d, Willem Mertynsz van idem, daer men ter Goude vaart 4£ 6sc 3d, Diedwar op tie Raecx van 8 weken twee bomen te sluiten bij de Raex, elke week 1 braspenning, facit 13sc 4d, Dirc de Zager en Willem Martynsz de Cruijspoort te bewaren, 9 dagen 36sc. Jan Dircsz en Martyn Allartsz van 9 dagen de Zylpoort te bewaren 36sc; Martyn Harpersneve van 9 dagen St Janspoort te bewaren 18sc; (fol 34) Pieter van den Bosch die die wete dede an degenen die gelandt sijn onder de sluijsen van Sparendam, dat men nijen gat maken zoude in den dyc duer Spernedam ende daer een nye grote sluys leggen, voor zijn cost ende arbeyt 2£ 16sc; (fol 35) betaelt Jan Duuc die geset was op te bueren zulke gelden als Jan van Aemstel toegevonden waren van zijn brieven die hij hadde op ten lande etc, totter stede deel 106£ 13sc 4d; (fol 35v) mr Pieter Jan van instrumenten e.a. schriften te maken 37sc 4d; (fol 36) er wordt voor Jacob Claesz Lefthant c.s. een register gemaakt om daaruit de lyfpensien te betalen v.d. hoppenbierexcys; gegeven en betaelt Willem Jansz, Heyn Cock, Claes Welgheloeft, Jacob Spyker, Salomon, Goessen Luenisz, Thonis Hughenz, van dat zy d 'een voor den ander na gewaect ende bewaert heben Willem Paedze van dat hij eerst gevangen was ter tyt toe dat hij gerecht werdt alzo wel opten huijze als in den stoc; (fol 36v) Dirc Claesz, der stede procurator, voor zijn salaris 8£; (fol 37v) verteert tot Wouter Jansz (clerc) doe met Lodewyc den nyen secretaris