1461-11-20 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 46/37/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Willem Willemsz aen die ene zijde, ende Lucije Lambrechtsdochter, zijn geechte wijf, an die ander zijde, oorkonden dat zij "ut minne ende liefte die zij tot malcander dragen" elkaar besproken hebben in rechten testament, dat de langstlevende tot zijn dood zal behouden de bruycweer van het huis en erf dat zij nu ter tijt tezamen woenlic bezeten hebben, gelegen ant oude gasthuijs kerchoff, tusschen Aechte Claes Scrijvers weduwe an deen zijde, Willem van Schoten an dander zyde, afterwaerts streckende an Engbrecht Gerytsz, met alle inboedel . Na hun beider dood zullen huis en inboedel komen aan St Elisabethsgasthuis te Haerlem (vgl 1460-01-20)
Wouter van Bekesteyn (zegel: een klimmende leeuw, waaroverheen een dwarsbalk) en Geryt Aerntsz (een (molen)rad), schepenen