1517-03-05 (1516) |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Haarlem Inv 57c regest 81, 57d regest 89
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Jan Aerntsz geliede dat Harman Claesz hem al voldaan en betaald heeft van alsulken anpart, portie en deel van de custing van den huis en erf op Bakenessergracht, daer Harman Claesz voirs. te Meye naestcomende in zal varen metterwoon, als him Jan Aerntsz voirn daeran quam ende toebehoerde. Ende heeft daeromme de voirn. Jan Aerntsz deselve portie ende aendeel van de custinge van den huyse voors. de voirs. Harman Claesz claerlick geheel en al opgedragen ende quytgescouden, draecht op en scelt quyt mit desen brieve. Beschreven als: stukken betreffende het huis de Wildeman en omgeving op de hoek van de Bakenessergracht. Eodem die erkent Harman Claesz dat zijn zwager Jan Aerntsz hem voldaan en betaald heeft van zijn deel van de custing van het huis, erve en brouwtouwe op Bakenessergraft, daer nu tertyt de voorn. Jan Aerntsz in woent, als him Harman Claesz daeran quam ende toebehoirde. Ende heeft achtervolgende dien de voirs. Harman Claesz hetzelve deel v.d. custing van den huijse voors de voirs Jan Aerntsz clairlick ende al opgedragen, draagt op en schelt quyt met dezen brieve ten ewigen dage (vgl 1502-08-23, 1526-09-12)

Claes Diricxz van Paendren en Jan Nannincxz, schepenen (met hun zegels)