1518-05-24 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 13v
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem en leenmannen der grafelijkheid oorkonden dat zij dies versocht gegaen sijn ten huyse van Pieter Dirxz van Ilpendamme, die verklaart in eenen rechten testament te bespreken aan: 1) die kercke van St Baef binnen Haerlem 6 zilveren schalen, 2) die kerke van die Clarissen binnen Delft 12 zilveren coppen, 12 zilveren lepelen, 2 silveren zoutvaten, ½ van 1£ gr sjaars die hij heeft in een brief van 1£ gr sjaars op de stad Haerlem, 3) Alewer Gerritsdochter van Warmont, zyn huisvrouw: a) 6 die beste silveren croesen, 6 dagelicse silveren lepelen, b) een stuck lants gelegen achter t blockhuys en gelt 17 R gld sjaars, c) een huys en stucke lants gelegen in die Wyck ende by die Wyck, geldende des sjaars 25 R gld, d) een stuck lants, leengoed, in Oesdam, tot Heyloo of 200 R gld voor tselve leengoet , e) noch sijn huysinge en erve die hij met zijn husivrouw bewoont met allen inboel, huisraad, clederen en cleinoden. Hiermede zal teniet wesen die hij Pieter met zijn huisvrouw van haar ouders ontvangen heeft, mitsgaders ook haar duwarie die zij anders na zijn dood eischen soude mogen. Voirts vermaakt hij haar f) de cameren an die Vest mit die boomgaert, haar leven lang, na haar dood te komen aan de H. Geest te Haerlem,; 4) Joost, syns broeders kinderen sullen elcx hebben 1£ Vls sjaars, 5) dat gasthuijs, die siecken en die zeven getyden elk 20st, 6) die capellanen tesamen 2 R gld, 7) die costers tesamen 20 st (vgl 1519-05-20)
Gerrit van Adrichem en Ysbrant Jacobsz, schepenen; Gerrit van Adrichem voors. en Floris Bolle, leenmannen