1528-05-01 |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem L 240 (afschrift)/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen
notaris Lambertus Jacobi etc instrumenteert dat voor hem compareerde, in presentie van schepenen van Haarlem, Maritgen Dirck Vougendochter, ziek van lichaam, doch gezond van geest, en haar testament maakt. Zij wil begraven worden bij de minrebroeders in haars vaders en moeders graf. Na haar dood zal men bij de minrebroeders elke week twee missen doen, d'een voor haar vaders en moeders zielen en een voor haar ziel, deselve hoer moeder in hoer leven begeert heeft voor mr Laurens capellaen dat men die na Maritgen hoer dochters doot doen soude. Erflaatster bespreekt hiertoe aan de minrebroeders 120 Kar gld, elke mis 60 gulden. Voorts bespreekt zij aan de minrebroeders 12 gld eens. Item die Clarenzusteren binnen Haerlem 6 Kar gld eens. Hiertoe zal haar executeur mogen verkopen haar lant, dat zij heeft liggende in Texel en gebruict een deel Cornelis Comen opte Burch, een deel Frederick Begijns tot Westereynde ende een deel Jan Coets in de Wael. Item bespreekt zij aan haar nicht Elsken die hoer bewaert 3 Kar gld eens en haar paerse tabbert. Item aan Claer Moijses 3 Kar gld eens. Tot erfgenaam van al haar andere goederen maakt zij vervolgens hoer neeff Jan Zybrantsz, zijn wijf Cornelie Pietersdochter en hoer kinderen. Jan Ysbrantsz heeft beloofd dit testament te zullen executeren. Tot haar executeurs benoemt zij ......... Pietersz, priester te Haerlem. Acta fuerunt hec in oppido Haerlemensi in domo habitationis dicte Marie, situeta in vico nucupato de Lombertsstege
mr Reynerus Symonis, Petrus Johannis, scabini dicti oppidi