1533-06-18 |
G.A. Haarlem Inv no …........./Arch St Barbaragasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Claes Gherytsz van Houtten, Jan Nannincxz, Jan Mathijsz, Willem Diricxsz ende Jan Pietersz Kies, H. Geestmeesters, verklaard hebben dat mr Huge van Assendelft licentiaet in de beyde rechten, canonick en Raed in den Haghe, hun opgedragen heeft 13½ gaarde lands, gelegen in den dorpe van Assendelft, gemeen in Jan Heynenweer met heer Pieter van der Molen, ridder, of zijn kinderen, also groot ende also cleyn alst nu ter tyt gebruijcken Adriaen Willemsz ende Ghijs Claes Ghyssen jaerlics om 45 Kar gld ende 6 coeye casen. Belend noord: Symon Dirckszoens weer, zuid: dat Froonweer, streckende van de Twisk int oost tot aen de Wyckermeer int westen. H. Geestmeesters beloven hiervoor alle dagen een mis te doen lezen in de parochiekerk te Haerlem, te weten elke week 3 missen opt H. Cruijsaltaar; en een collect op het graf van die van Assendelft of Florys Scoddy .... (?) dat getydehuijsken. Verder zullen zij geven sjaers 3 R gld tot waslicht of ornament van de voorn. kapel, en op mr Huges jaargetijde 72 witte brooden van ½ stuiver den armen menschen die sij daertoe gedeputeert zullen hebben, ende noch 13 grootgens brooden zullen zy geven in 't gasthuys van OLVr in de Jansstraet den armen Vroukens daerin wonende aldernaest den abts van Egmondts huyse. Tevens zullen zij geven op mr Huges jaergetyde 3 R gld tot een maeltijd voor zijn naeste magen van zijn broeder mr Barthoud van Assendelft off van zijne zustere van Treslonge gecomen ende gedexendeert etc. Voldoen zij niet aan deze verplichtingen dan zal het land komen aan de arme vroukens voorn. in OLVr gasthuys bij de oude mr Huge van Assendelft gefundeert, staende tot Haerlem in de St Jansstraet, en zullen de capelmeesters van OLVr capelle alleen laten lezen de voors. 7 missen per week. Verder zal mr Huge de inkomsten van het land nog mogen genieten tot zijn sterfdag toe. Het land zal onvervreemdbaar zijn. Geinsereerd in de akte van 1563-08-19; onderteekend: N [?] Claesz
Gerryt Steffensz en Jan Duvesz, schepenen