1542-02-17 (1541) |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186 fol 94v/Cartul Zeven Getyden Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Derick Andries, scheepmaicker, poorter der stede, verkoopt en erkent schuldig te wezen aan de Getydemeesters een jaarlijkse rente van 3 gouden Kar gld, losbaar met 50 Kar gld. Hij stelt tot onderpand een madt lands in 9 maden lands, gemeen liggende buyten Spaerwouder poirte, binnen de vrijheid deser stede, belend west: die Witte Heren, oost: de erfgenamen van Willem Pietersz, zuid: die scheydinge van Haerlemmerlijede, noord: die wagenwech, en verder al zijn goederen, roerende en onroerende. Borg stellen zich Hayck Dielofsz en Cornelis Arisz, scheepmakers te Haerlem. Op 1593-05-16 door Aelbert Gerritsz Fynebuijck afgelost (vgl 1547-04-30)
Quirijn Dircsz en Pieter van Foreest, schepenen