1546-03-31 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 12/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Joost Zoutman en Willem Ghysbrechtsz brouwer, gasthuismeesters van wege het St Elisabethsgasthuis ter eenre, ende Bertholomeus Jacobsz in den naam van en van wege de kinderen van Pouwels Cornelisz t'Aemsterdamme, daer voeren hij geloefde, ter andere zyde, ende bekende vruntlyck ende mitter minne over beyden zijden geaccordeert ende over een gedragen te sijn van de lantscheydinge ende deelinge van 6 maden lants, gelegen buyten Schalckwyckerpoorte, tussen hem beijden onderdeel ende gemeen. Ende dat in maniere ende zulcx hiernae volcht: eerst dat t voirs. gasthuys van nu voortaen vrij eygentlijck hebben ende ten eeuwigen dagen behouden sal t stucke landts geheten t gulden campgen, ende sullen de voors. kinderen daerjegens als huer vrij eygen goet hebben, houden ende besitten die 3 maden lants die oost daeraen gelegen sijn; onderteijckent: A.L [??] Raet (vgl 1515-01-31)
Joost van Hilgom en Geryt Thomasz, schepenen