1491-05-21 |
Ms Opstraten v.d. Molen III fol 768
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem en leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat de eerbare Wouter van Bekesteyn als man en voogd van jvr Margriete Pieter Braeuwendochter, aen d'een sijde, ende Dirck Claesz die Vrijese als man en voogd van Cornelie ook Pieter Braeuwendochter, aen d'ander sijde onder elkaar verdeeld hebben de goederen hun aangekomen bij dode van Pieter Brauwe ende syn wijff Femme, van Sybrant Gerritsz ende van syn wijff Geertruijt, van Aef Dircsdochter en Alyt Petersdochter, beijde professide suster in den clooster van St Margriete te Haarlem, alle sal. ged., ende dat in manieren en voegen hiernae verclaert. Dat de voors. Wouter van Bekesteyn van wege sijn huijsfrouw hebben en behouden sall de parcelen hier nae beschreven. In den eersten etc.. Item 3 coeven gelegen achter Jan van Berckenrode's boomgaert binnen de vryheijt van Haerlem. Daer tegen de voors. Dirck Claesz de Vrijese bedeelt is van wege sijnre huysvrouw etc
Claes Pietersz Sael (zegel: een klimmende leeuw), Bartholomeus van der Meer (3 meerbladen, 2,1, de stelen omlaag), schepenen; Evert Jansz (twee balcken waerop 5 ruijten) en Willem van Adrichem (een leeuw waarover een balck, op de helm een wrong en een tobbe waerut een halve leeuw), leenmannen