1563-08-19 |
G.A. Haarlem Inv 1657 Lade T/Arch St Barbaragasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat regeerders van de H. Geest binnen Haerlem bekenden dat wijlen de eerbare Heere mr Huge van Assendelft den regeerders van denselven huijse tot behouff van den armen opgedragen heeft zeeckere 13 ½ gaerde landts gelegen onderdeel ende gemeen in Jan Heynen weer, met de kinderen van heer Pieter van der Molen, ridder, binnen den ban van Assendelft, nae inhout der brieve van opdrachte daervan bij hem voir Gerrijt Henricsz, schout, Claes Jaocbsz, Willem Claesz ende Adriaen Willemsz, schepenen in den ban voorn, gepasseert 1532-07-06. "Ende dat wijlen Claes Gerrytsz van Houtten, Jan Nannincszoon Jan Mathysz, Willem Diricsz end Jan Pietersz Kies als H. Geestmeesters, den voorn. mr Huge daervoorn in recompense danckbaerheyt oft maniere van compositie beloeft hebben te volcommen zeeckere punten albreeder verclaert in de brieve die zijluyden daeraf voor scepenen van Haarlem gepasseerd hebben (hierna geinsereerd dd 1533-06-18). Vervolgens: welcke punten ende articulen in den voors. brieve gementioneert bij him ende hueren voorsaten onverbreeckelycken onderhouden zijn geweest. Dan alzoe zij comparanten bevonden dat het voors. H. Geesthuys deur t occupeeren van de voors. lande groote ende verscheijde moeijten ende fortsen geleden ende tot desen dage toe in twyffelachtigen processe om die limiten ende ontgrondinge tegens den ouden huijsluijden gestaen hebben ende noch staen, ende consydereerende de cleyne huyer van de voorn. landen ende de periculentie ter cause van de placcaten des Kon. Maj. den voorn. huyse souden mogen opcomen, mitsgaders anders verscheyden inconvenienten". Daarom hebben zij het land verkocht en vervreemd. In plaats van dit verkochte land verbinden zij nu voor de uitvoering van de bepalingen van 1533-06-18, 14 morgen land binnen deser stede vryheyt ende bij den voorn. Godshuys gebruyct, daer lendens van zijn noord: die Renlaen mit Huych van Alkemade, zuid: die stedecingel, de Delft, Wouter van Bekesteyn ende t Convent van St Margriet, west: de voorn. Delft, oost: Wouter van Bekesteyn. In dorso: staende int Capetaelboeck op fol 10 (nu fol 5)
Quirijn Diricsz en Jan Mathijsz (zegel: een kruis, vergezeld in het 1e canton van 4 kepers, in de 3 andere kantons van een ring), schepenen; Cornelis Willemsz, Adriaen van Hoorne, Frans Jansz Kies, Jacob van Huessen en Pieter Jansz Raet, regeerders van de H. Geest binnen Haarlem