1566-02-06 (1565) |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 57e regest 112
Haarlem Algemeen

"de Wildeman". Schepenen in Haerlem oorkonden dat Jacob de Coninck, brouwer, opdroeg aan Jacoba Reyersdochter een huis en erf opten houck van de Corte brugge op Bakenesser Spaerne, genaemp den Wildeman, an d'een zide: die Bakenessergraft onder den huijse gaende, an d'ander zide: Jacob die Coninck zelve, streckende voir van t Spaerne afterwerts met een en gemenen gevel die hij mitten zelven Jacob tot gelycken costen onderhouden sal tot an t molenhuijs van de voirs. Jacob de Coninck voorn, en uytgaende op de Bakenessergraft voorn. Belast met 5£ goets gelts sjaers. Onder voorwaarde dat Jacob de Coninck en zijn huisvrouw zullen behouden het gebruik van het vuilnisvat op de plating van desen huijse staende, zolang hij of zijn huisvrouw t huijs waar zij thans in wonen, zullen blijven bewonen voor t geheel of voor een deel. Ende zoe zal deszelfs Jacobs huys an ende in desen huijse getimmert ende gevesticht blyven, ter tyt toe des voors. Jacobs huys vertimmert wordt. Beschreven als: stukken betreffende het huis de Wildeman en omgeving op de hoek van de Bakenessergraft (vgl 1526-09-12, 1568-07-09)

Jan van Zueren (zegel: een beurtelings gekanteelde dwarsbalk) en Philips van der Maedt (een dwarsbalk), schepenen