1569-03-31 |

G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 46
Haarlem Algemeen

Jacob de Coninck, Geryt Velserman en Cornelis van Suijeren als oomen en voochden ten profyte van de nagelaten weeskinderen van wijlen Henrick Jacobsz de Coninck hebben gecoft, t.o.v. weesmeesters deser stede als oppervoochden van deselve kinderen, bij executie van justitie, ten profyte van de crediteuren van Pieter van Noorden, fugityff, een huis en erf en moulterye, gelegen over t Spaerne, noord: de weduwe van Cornelis Evertsz alias Grote Cruijs, die schure van Jacob Jansz, en de huysinge genaemt "die Vuijste", zuid: Allaert de Veer, achterwaerts streckende tot in de Dyckstrate. Ende noch een schure met erve in de Dyckstrate, noord: Cornelis Aelbertsz, Hilgont van de Grave, St Jacobsgasthuys, zuid: de weduwe van Cornelis Evertsz alias Grote Cruijs, achterwaerts streckende aen Bartholomeus Gerytsz, linnewever. Belast met 14 sc sjaars. Koopsom 1671 Kar gld. Actum den 7e Maart. Gedateerd den lesten Maart 1569