Roelof Aerndsz | 1508-08-12
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 262/Arch 5 Kapittels Utrecht
Voornamenindex
schout en schepenen van Woerden oorkonden een gerechtelijke verklaring van Roelof Aerndsz en Andries Hugenz, krijgsknechten van de prins van Anhalt: dat zij, zes personen in getal, op aventuer reizende, een laech legden in een hout aan de Vecht en aldaar Jan Reynersz [blijkens volgende akten burger van Utrecht] den gansman op een wagen uit de stad Weesp zagen komen, gevolgd door een andere wagen met goederen geladen. Daar zij zich niet sterk genoeg voelden, lieten zij hen voorbij trekken. Zij deden daarop een aanval op 3 schuiten die van Utrecht levensmiddelen naar Weesp vervoerden. In de eerste schuit sloegen zij tonnen bier aan stukken en vingen den vervoerder, terwijl de overige hun door de Geldersen werden ontdragen. Dit geschiedde terzelfder tijd dat de hertog van Geld uit Weesp voorbij Utrecht, naar Wageningen opgetrokken was