Rutger Jacobsz | 1436-05-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 270
Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Margriete die Rutger Jacobsz wijf was, draagt op: 1) ⅓ deel van 7 hoefslagen, belend landwaarts: Vrancken hoeve mitten groeten slage, zeewaarts: die grafte die in Goede Scaels land is, opstrekkende van Zoester enge an Hezer Veen, 2) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: Ver nonnensloet, landwaarts: Rutger Goede Scaelsz also sij Rutger Jacobsz was, 3) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Rutgersz en zijn broer Dirck Rutgersz, landwaarts: Jacob van den Doem, 4) dat Cleyne Broeck, belend landwaarts: het goed dat van Evert van Crachwijc was en het goed dat roert in Roedekijnskamp, zuid: Dirck Willem van den goede van Hamellenberch, 5) een kamp land geheten dat Grote Broeck; vervolgens wordt de zoon van Margriete, Jacob die Beer Rutgersz, beleend; hij maakt het Cleyne Broeck tot lijftocht voor zijn vrouw Geertruyt Eelgis Scultincsdochter

mannen: Roloff Thimansz, Jacob van der Wateringen