1630-12-13 | Heiloo
O.R.A. no 73 fol 103
Jaartallenindex
de schout van Heyloo en de schepenen aldaar oorkonden dat Adam Dircxz Hinderduijn, landdrost van West Vriesland en het Noorderquartier, transporteert aan zijn zwager Geldolf Gerytsz van Harlar, casteleyn van den huyse tot Petten, een huijs ofte hofstede met omtrent 28 morgen lant, Alkmaer mate, daer eertijts een boomgaertgen, speelhuys ende voegelkoije op en in gestaan heeft, alle tsamen gelegen in de Zuiderpolder van het Groenwater, leggende achter de Nieupoort in de ban van Heyloo. Met een vrije eigen toegang tot hetzelve huys en landen over de molenwerff gelegen in de Noorderpolder van het voors. Groenwater, en steckende van de Heijlverdijk aff tot aen de scheijsloot tussen beyde polders gelegen, en waterlosinge van de hecken af tot aen de molen toe door t land van Gerrit Vechtersz etc. Belast met 7 gld per jaar tbv de stad Alkmaar (en een hoofdsom van 116 gld). Verder belast met een onlosbare rente van 3 gld per jaar ovor de ambachtsheer ter cause van swaendrift
Pieter Isbrantsz van de Velden, schout van Heyloo, en Pieter Aeryaensz Cooch en Jan Symonsz Paesschen, schepenen aldaar