1592-01-04 | Jisp

Lams: Handvesten Kennemerland 1664 p 576
Jaartallenindex

wij Pieter Pietersz Kuyper en Dirck Pietersz, thegenwoordigh eijghenaars van de Oostermolen tot Jhisp bedancken schepenen ende vroetschappen van Jhisp ende Wormer, van t konsent dat wij de voors. moolen mochten oprechten ende timmeren, doch op conditiƫn ende voorwaerden hier naer verklaert: 1) verplichting tot het onderhouden van de molen-brugge, mitsgaders het molenpadt, [so] dat een huijsman met een sacke greijne, hetzij rogge ofte tarwe, dragende op zijn schouderen, also wel by de winter als bij de somer, bequamelycken aen de molen sal mogen gaen, 2) zij zullen de burgers, huysluyden en ingesetenen van Wormer en Jisp een voorkeursbehandeling geven t.a.v. het malen boven een buytenman, 3) zij zullen de burgers etc even geriefelijk helpen als de backers, 4) zij zullen malen opt maelloon als de andere molens binnen Wormer en Jisp, namelijk van de Haerlemse sacke tarruwe drie groot, een Haerlemse sacke rogge een blanck, en sacke gerst of haver 10st, t vorenstaande op een boete van 42 st voor de officier, onderteekend door oorkonders en bezegeld door Hans Harritsz, onze schout van Wormer en Jisp

ter presentie van Jan Ribsz en Jacob Jansz, schepenen van Jhisp