1614-02-25 |
R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 174v
Jaartallenindex
compareerde voor mij Claes Verduijn, notaris door den Hove van Utrecht geadmitteert, de eerbare Geertruid Jansdochter, weduwe van Adolph van Suylen, geassisteerd met haar zoon Leon van Suylen. Zij erkennen op 11 Februari j.l. ontvangen te hebben uit handen van Sr Govert Willemsz van Goch, ambachtsheer van Sevenhoven, wonende op het huis te Vliet, de som van 1600 Kar gld, wesende de resterende helft van 3200 Kar gld capitael, en nog 50 Kar gld verlopen renten. Ende dit alsoo sij comparanten verclaerden hun kennlyck te sijn ende oock blyckende is bij quitantie voor den gerecht van de stad Utrecht, bij wijlen Wouter van Suylen op 1593-09-07 gepasseerd, de eerste 1600 gld aen hem afgelost te zijn ter voldoening van een losrentebrief door heer Dirck van Suylen van der Haer heer van Sevender verkocht aan Wouter en Adolf van Suylen, beide sa. ged. Mitsgaders den openen verlybrief door de Ridderschap en steden van Holland op 1611-12-11 tbv Leon van Suylen verleden voor ½ van deze renten. Zij geven nu volmacht aan mr Cornelis van Vianen, advocaat voor den Hove van Utrecht, om voor stadhouder van lenen de desbetreffende leenbrief te doen casseren. Aldus gedaen te Utrecht ten huize van de voors. Geertruid Jans. Geinsereerd in een verklaring van 1614-03-19 waarbij op grond van bovenstaande brief de desbetreffende leenbrief vernietigd wordt (vgl 1565-08-07)
getuigen: Johan van …., notaris en deurwaarder van het Hof van Utrecht, Cornelis Ewoutsz van Asch