1617-02-25 |

Jacobus Kok: Vad Woordenboek Bijvoegsel dl I p 285, 286, 287, 280
Jaartallenindex

notaris Jacob Cornelisz van der Geest te Alkmaar instrumenteert de attestatie van Cornelis Aelbertsz Roijl, poorter dezer stede, oud 72 jaar, ter instantie van Maarten Dircsz, wonende tot Groet, vuijt den naam ende van wegen zijn vader Dirk Jansz, wonende tot Hargen in den banne van Schoorel. Ende heeft hij [Cornelis] geattesteerd hoe waer is dat hem getuyge seer wel kennelyck is dat wijlen Dirck Walravensz, zoon van Walraven Dircsz, gecomen ende gesproten is van de hofstede van Brederode, en dat de voorn. Dirck Walravensz is geweest grootvader van des requirants vader Dirck Jansz, van egten bedde, hiervooren mede genoempt. Voor redenen van weetenschap seijde hij getuige dat Dirck Willemsz susterling van de voors. Dirck Jansz getrout is geweest mette suster van hem getuijge genaempt Anna Alberts. Welke voors. Dirck Willemsz sijn getuijgens zwager tot meermalen vertelt ende verhaelt heeft dat mede de voors. Dirck Jansz met syn maegen synde van de voors. hofstede van Brederoode afgecomen, de jacht gebruikt hebben bij tijde ende met kennisse van hem getuijge soo tot Schagen als elders. Aldus gedaen binnen Alcmaer ten huize van de attestant; 1557-06-20: over de afkomst: afgecomen zijn van den geslachte van Matijs Dircsz, Jan Dircsz, Walraven Dirksz, ende haerluyder kinderen, van bastardijen van de hofsteede van Breederoede etc; 1617-02-28: deze attestatie wordt bevestigd door Symon Cornelisz van Hargen in den banne van Schoorel, oud omtrent 69 jaar

Fredrick Jansz, schout tot Groet, Tonis Riewerts en Adriaen Dircsz, schepenen aldaar; buyren van Schoorel: Jacob Dircsz, Claes Dircsz, Garbrant Dircsz, Arien Dircsz en Allert Dircsz (1680-01-03) en Maerten Dircsz, inwoonder binnen Groet, alle tesamen van echte en wettelyken bedde ende geheele broeders, ende kinderen van Dirck Jansz [van Brederode]