1539-01-18 |
Ms Opstraeten III fol 1190
Jaartallenindex
schout in Neder Langbroec oorkondt dat Alijt van Lunenborch en haar dochter Antonia eens oordeels begeerden off die 4 morgen min 1 ½ hont land gelegen te Rijnwert in de 40 hoeven, streckende ut de Langbroecker- in die Hoeftwetering, daer Jan die Ridder Anthonisz te middewege in gelant is etc. Zij dragen dit land over aan Jan. Ter selver tijt quamen voor ons mede in het gerecht Cornelia Peter Bittersdochter, Jan die Ridder en zijn broer Willem, Cornelis de Ridder natuerlycke sonen, Bartelmeus van Eck Weyndelmoet, syn wijf, Lambert Woutersz en zijn wijf Geertruid, ende Henricken haer zuster, Cornelis de Ridder natuerlycke dochteren bij Cornelia Peter Bittersdochter. Zij allen dragen al hun rechten op dit land eveneens over aan Jan die Ridder Anthonisz. Tevens beloven zij dat Peter, Cornelis die Ridder natuerlycke zoon, haeren zoon, broeder en zwaeger, nu ter tijt utlandich sijnde, bij zijn terugkomst eveneens afstand zal doen. Cornelis die Ridder, Willem die Ridder en hun zwager Eerst Taets van Amerongen consenteren in deze overdracht (vgl 1539-03-10)
Reyer Roelofsz van Wyckersloot, schout; lantgenoten: Beernt Grauwert Henricsz, Claes van Noodt, met hun zegel