1593-10-21 |
Ms Opstraeten III fol 1224-1226
Jaartallenindex
Johan die Ridder van Groenesteijn, commenduer tot Montfoort, en mr Johan van den Berch, domheer te Utrecht, ter eenre, en Cornelis Eerstensz van Schayck, ter andere zijde, oorkonden huwelijksvoorwaarden tussen Cornelis de Ridder van Groenesteijn, geassisteerd met zijn vader Anthonis, en Gysbertgen van Endoven, weduwe van Gelis Daemsz van Schaijck met haar dochter Catharina, geprocreert bij de voors. Gelis van Schaijck. Cornelis ontvangt ten huwelijk van zijn vader: 1) ½ van sijn huysinge en hofstede genaamd Gruenesteyn, waarvan de andere helft toekomt aan Dirck, zyn oudste zoon. Deze ½ bezwaart met 200 gld, 2) ½ hoeve lants eveneens te Neerlangbroec, streckende van der Langbroecker- tot die Hoeftwetering, belend west: Jan Botter, oost: Dirck Bor van Amerongen, leen van de Domproosdij te Utrecht. Catharina ontvangt ten huwelijk van haar moeder: 1) 3 morgen land in grote Vuylcoop onder het gerecht van Schonauwen, noord: Willem op Goijermaet, zuid: die van Oudwijc, 2) 2 rentebrieven van 250 gld hoofdsom, sprekende op juffr. van Halmale te Montfoort, 3) een rentebrief van 150 gld hoofdsom op Johan Claesz, borger tot Montfoort, 4) een rentebrief van 100 gld hoofdsom sprekende op het dorp van Brouck en Papencop, 5) een rentebrief van 300 gld hoofdsom op Aelbert Goeijert Gerritsz of sijn voorsaten, wonende in Westbroeck, 6) een rentbrief van 500 gld sprekende op Floris Matheusz, borger te Utrecht, 7) 500 gld in eens, binnen het jaar te betalen