1541-01-15 |
R.A.H. Coll Aanw 248 fol 131v, 133, 135/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
koningin Marie verleent het personaatschap van Naerden uit naam van de keizer aan haar broer, heer Pieter Zeghers, canonick der capellen binnen den Hove van Holland in den Hage. Op 25 januari d.a.v. schrijft de koningin opnieuw een brief om de cure alsnu vacerende te confereren eenen heer Pieter Thymansz. Zij eist dat de Raden in Holland open brieven van maintenue afgeven tegen enen heer Reyer Gerytsz. Op 27 januari d.a.v. schrijft zij dat, hoewel het haar gebleken is dat alleen de keizer gerechtigd is tot de collatie van het personaatschap van Naarden of Gooyland en de curen daartoe behorende, St Jan te Utrecht zich vervordert heeft over dit personaatschap te beschikken. De keizer heeft nu het personaatschap verleend aan heer Pieter Zeghers, canonick in den Hage. Zij beveelt de proost van St Jan te Utrecht hem verder ongemoeid te laten