1540-12-18 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 151v (Arkel)
Jaartallenindex

request aan de luyden van de reeckeninge van Pieter Cornelisz ende Sanijs [Sarijs] Thonisz x Mariken Cornelisdochter, zuster van Pieter Cornelisz, hoe in den jare 1515 een Adriaen Cornelisz overgegeven zijn geweest zekere 2 morgen lands gelegen in Noordeloos, gecoft bij heurluyder vader, genaamt Cornelis Pietersz, tot profyte van denselven zynen zone, mits bij hem daeraen behoudende zijn lijftocht. Welk land als leen zijnde, denselven Adriaen Cornelisz verlijt is geweest mitter voors. lyftocht. Adriaen Cornelisz overleed in 1527, sonder dat zij supplianten wisten dat een huerluyder als deszelfs Adriaens broeder t selve in t leenhof behoorden te verheffen, gemerckt de lyftocht van heurluyder vader, die eerst omtrent Niolai (?) overleden is, mits t welke zij an t leenhof meenden te verzoeken, dan werd henluyden geweygert mits de voors. redenen, als deurdien aen de keizer vervallen. Ende alsoo sij schamele lantluyden syn, die de usantie niet en wisten, verzochten in gratie ontfangen te zijn. De rekenkamer komt overeen met Pieter Cornelisz en Zarijs Thonisz dat zij, gemerkt heurluijden onnoselheyt, het leen mogen verzoeken, tegen betaling van 10 Kar gld aan Heyman van den Ketel, als ontfanger van de espargne (vgl 1541-01-07)