1541-04-25 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Woerden, Sticht, Gelre fol 42
Jaartallenindex

jhr Johan van Montfoort wordt na dode van zijn vader jhr Joost heer van Montfoort beleend met (meest onversterfelijke erflenen): 1) de heerlijkheid van Linschoten, Hekendorp en Waarde, in het land van Woerden; 2) de coren- en smaltiende bij Oudewater, gelegen in Sudelrewaart, in Hekendorp ende an de zuid- en noordzijde van der Linschoten; 3) ½ hoeve lands gelegen in de ban van Montfoort, op de grafte, belend boven: Jan van den Poele Evertsz, beneden: die burghgrave van Leyden; 4) huys en hofstede tot Linschoten met 20 morgen land; 5) het huys en hofstede tot Huelesteyn met 5 morgen; 6) 2 hoeven lands op Blocklant in het land van Montfoort; 7) alsulck goed als Rover Ydezoon van Moerdrecht voortyts van onsen voorvaderen hield, gelegen in den gerechte van Achthouven in het land van Montfoort ende Mastwijk, in het kerspel van Linschoten; 8) ½ hoeve lants gelegen in den Polle in den kerspel van Linschoten; 9) die overtochte, sluize en visserij tot Bodegraven, recht erfleen; 10) 6 morgen lands in den gesticht van Utrecht in den kerspel van Linschoten, geheten den Blauwen Camp, ende heer Jan van Zuylen van Natewisch aan beide zyden belend was; 11) het dagelijks gerecht van 3 hoeven lants, gelegen in Diemerbroek bij Oudewater, elke hoeve groot 16 morgen land, met thiende en thynse. Daar jhr Johan onmondig is, doet Antheunis van Meerthen van Essesteyn, drossaart van Montfoort de leeneed

leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem v.d. Criep, Anthonne Lebucq, Jacob van Buschhuysen