1542-03-06 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 218v-220v
Jaartallenindex
Adriaenken Gerrit Vossendochter wordt na dode van haar broer Joost Gerritsz beleend met 2 morgen lands gelegen in den ambacht van Naaltwyk, belend oost: Lysbeth Dircksdochter van Delft, zuid: den Groenenwech, west: Coppert Heindricxz kinderen, noord: de banwech. Te houden tot een erfleen. Hulde en eed doet voor haar als haar gecoren voogd Nicasius van Flory. Vervolgens draagt zij dit leen over tbv Claasken Claesdochter, weduwe van Joost Geryt Vossen, die er vervolgens mee beleend wordt. Voor haar doet Joris Ottez, een van onze twee eerste deurwaarders in het Hof van Holland, de leeneed. Kort daarna heeft de voors. Claasken met Adriaen Criep als haar gecoren voogd in deze zake, dit leen weer overgedragen aan Pouwels Jansz, die er uiteindelijk mee beleend wordt tot een erfleen
leenmannen: Fop Willemsz, Cornelis Barthouts, Willem Criep, Anthonne Lebucq