1542-03-13 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 220v
Jaartallenindex

Cornelis Pietersz wordt na dode van zijn vader Pieter Doez. beleend met ½ van de Redykse weyde, gelegen in de ban van Vlaardingen, zuytwert neven den gemenen wech geheten des Burchgravenlaan oft anders den Groenen wech. Ende is groot 11 hont lants, streckende van den Groenenwech aen t lant toebehorende t gasthuis van Schiedam, oost: Meus Willemsz erfgenamen met een klein woninge, west: een camp lant, 4 hont groot, toebehorende het gasthuis tot Delft en die van Conincsvelt tesamen. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Daar Cornelis Pietersz onmondig is, doet zijn oom en voogd Cornelis Doez de eed. Zij dragen vervolgens dit leen over tbv Engel Engelsz, die er tenslotte mee beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem van den Criep, Anthonne Lebucq