1542-10-04 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 176
Jaartallenindex
keizer Karel beleent Alyt Jacob Dircxdochter na dode van haar vader Jacob Dircsz, met: 1) een steenplaetse, groot 1 morgen lants, streckende achter an den backwateringe totter halver Yssel uyt een weer lant, groot ½ hoeve lants, ende is dat westersche weer van derselver houve, gelegen beneden Haastrecht, ende heer Lenart Pietersz Luyt van ons te leen houdt aen een weer lands, mede groot ½ hoeve, genaamt dat oostersche weer, leen van Arkel, onversterfelijk erfleen; 2) noch een weer groot ½ hoeve ende is dat oostersche weer van derselven hoeve mitter wateringe beneden Haestrecht gelegen, utgenomen dat uyt een morgen lants, bij ons verlijt Dammas Cornelisz, leen van Holland, tot een onversterfelijk erfleen. Mr Lambert van Wyngaarden doet als haar voogd in deser zake de eed
leenmannen: Cornelis Barthouds, Willem van den Criep, Anthonne Lebucq, Jacob van Busschuysen