1544-02-04 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 343, 344v
Jaartallenindex

Abel van Coulster, ridder, Raad ord. des keizers in Holland, oorkondt dat hij opdraagt aan de keizer een eeuwige erfelijke onlosbare rente van 6 gouden Kar gld per jaar, sprekende op 1 ½ morgen weylands ende een acker houtlands, aer teynden aen gelegen in den ambacht van Benthuysen, belend west: Gerrit Claesz van der Ka, oost: Claes Allartsz, streckende uyt Allarts vaart noortwaerts tottet Cruijsvaertgen toe, bij transport van Zegher Hughez. Hij verzoekt nu belening ermee, en verzoekt mr Cornelis Barthouts, griffier van den leenhove, om voor hem te zegelen. Op 1544-03-21 beleent de keizer heer Abel met deze rente

present: Dirck Cuebel van der Loo, Cornelis Barthouts, Nicolaes Barthouts