1545-12-02 (2) |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 430-435, 436
Jaartallenindex
Cornelis van Bergen en Adriaen van Egmont oorkonden dat zij tesamen verkocht hebben aan Margriete Jacob de Conincksdochter, weduwe van Eeuwout Lievensz van Hoghelande, een jaarlijkse, eeuwige en erfelijke rene van 150 Kar gld van 40 gr Vls per stuk, losbaar met 2400 Kar gld. Als iemand van beide partyen deze rente wil lossen dan moet de hoofdsom "besteld" worden te Middelburch. Zij beloven jaarlijks de rente in den Hage te doen beschicken, en bij gebreke daarvan zal jvr Margriet een bode mogen zenden naar hun rentmeesters. Deze bode zal dan 10st per dag ontvangen totdat de rente betaald is. Het gestelde onderpand, zie vorige akte. Gerrit here van Assendelft stelt zich borg voor Cornelis van Bergen, en Cornelis belooft hem schadeloos te houden, met als onderpand zijn bezittingen. Zij geven volmacht aan Willem van der Criep, Cornelis van Haaften en Adriaen van Lavelle, procureurs, om namens hen den keizer confirmatie te vragen. Op 1545-12-14 geconfirmeert door de keizer
leenmannen: mr Hypolitus Persyn, onse Raad en Proc. Generaal, Adriaen van Crimpen, baljuw van Rynland, Jan Oom van Wyngaerden