1546-01-15 |
R.A.H. Coll Aanw 250 fol 445/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
de weduwe en kinderen van Claes van Beaumont wenden zich tot het Hof, vertonende dat de boedel van Claes belast was met diverse schulden. Het Hof had als curator benoemd Philips van Vuytwijk, secretaris van den Hove, die goederen te Gouda en daaromtrent had doen verkopen en de penningen had gedeponeerd bij het Hof. Onverkocht waren gebleven zekere camerleens die 1 st of 1 braspenn. aan huur doen en bewoond worden door arme lieden. Supplianten hadden deze weekhuren geind, daar de huur anders onbetaald bleef, doch Philips had hun dit verboden. Zelf had hij echter niets gedaan om de huur te innen die sedert ongeind waren gebleven en oninbaar geworden. Zij verzoeken het Hof nu zelf deze huren te mogen innen, hetgen wordt toegestaan. Dezelfde supplianten melden ook nog aan het Hof dat zij nog vorderingen hebben wegens levering van bier in Vlaanderen en nog een portie in zekere huijsen aldaar gelegen. Daar Philips van Uytwyck het hiervoor te druk heeft, verzoeken zij Gheryt Daem Heij, burgmeester van ter Goude of diens zoon Jan Heij Gerytsz, te willen committeeren om deze vorderingen in Vlaenderen voor hen te innen. Het Hof verleent de gevraagde commissie