1549-10-08 |

R.A.H. Coll Aanw 252 fol 250v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

request van Dierick Henricsz de jonge, ongehuwet man, geboren van Crommenyerdyck. Drie jaar geleden had hij aldaar ten huize van Geeryt Pouwelsz met andere jonck geselschap goede cier gemaakt tot middernacht. Bij het gaan naar huis had hij omtrent zijn ouders huizinge voor de deur van een Jan Pietersz, wiens dochter Anna mede in t geselschap geweest was en die hij goed kende, haar gevraagd hem binnen te laten, hetgeen zij weigerde daar hij dronken was. Hij had toen geprobeerd door het venster te klimmen. Zij had geprobeerd hem weer naar buiten te duwen, waardoor een worsteling ontstond, waarbij hij haar met een mes verwondde. Hij was toen naar huis gegaan, doch keerde terug om met zijn voet de deur open te trappen. Zijn vader had hem weggehaald. De baljuw van Beverwyk had hem te zynen huyze in een koude kelder opgesloten. Hij was echter uitgebroken, en had zich sedert geabsenteert uit onse landen van herwaerts over, zeilende oost- en westwaarts. Hij verzoekt nu het Hof hem gratie te verlenen. Het Hof verleent hem gratie mits hij satisfactie geeft aan de gelaedeerde. Daar zijn goederen, zo hij die heeft, niet verbeurd verklaard zijn, krijgt hij ook daarover weer de beschikking