1585-01-17~ | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 34, 35
Jaartallenindex

[zonder datum] Pieter Gerritsz Calis, van Coedyk, erkent voor schout en schepenen te Coedyck, vercoft te hebben Jan Jansz Stienhuys, poorter tot Alcmaer, een losrente van 9 gld 7 ½ st per jaar, het eerste jaar te betalen januari 1586, losbaar met 150 gld hoofdsom. Onderpand: een acker saetlant, groot 12 sneesen, gelegen in de ban van Noort Scherwoude op Langedyk, zuid: die gemeen vaert streckende op die Somerslot nae Noort Scherwoude, west: die Somersloot, noordoost: Pieter Ievits weyde. Borch: Pieter Aerntsz Heer, van Coedyck, die tot onderpand stelt een stuk weyland, belend noord: die suyder veersloot van de Kooch, zuid: Tryn Jansdochter, west: het Vroonland, oost: de gemene vaart of Stickedelle (?)

Jan Gerritsz, schout, Gleijn Pieter Aelbertsz en Jan Pouwelsz, schepenen