1586-04-01 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 44
Jaartallenindex
schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Pieter Jan Claesz, van St Pancras, als voocht van Engel Dircsdochter, huysvrouwe van wijlen Claes Jansz, en hun kinderen, erkent schuldig te wesen aan Jan Thomasz en zijn vrouw Aelewijn Aeriansdochter, poorters van Alkmaar, een jaarlijkse lijfrente van 21 Kar gld, hoofdsom 150 gld. Onderpand: een stucke lants genaemd "Delmaers weyt", haer portie groot 3 geersen, liggende in onsen banne, zuid: die Suyder Delleweyt, oost: die bedykte Vroondermeer, noord: het Vroon. Borch: dieselfde Pieter Jan Claesz en Geryt Aerians van St Pancras, voor hem zelf en als voocht van zijn moeder Nies Gerritsdochter. Zij stellen tot onderpand: Pieter Jansz 7 geersen in de Dellemairsweyt, Gerrit Airjans een stuk land groot 6 geersen, binnen onsen banne, noord: Garbrant Thamis, west: jonge Eijl. Deze lijfrentebrief is afgelost en gecasseerd 1589j-08-24
Jan Gerritsz, schout, Pieter Dirck Yffsz, Pieter Gerritsz, schepenen